In 1996 is de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) van kracht geworden. Hieruit vloeide de oprichting van de koepel cliëntenraden in de verslavingszorg voort. Leden van deze verschillende raden uit heel Nederland kwamen tweemaal per jaar een weekend bijeen om, met elkaar en van elkaar, ondersteund door de trainers van Odyssee, meer en meer te leren hoe de medezeggenschap optimaal te benutten.
Maar in de loop van de tijd hebben de cliëntenraden in de VZ zich geëmancipeerd. Naast medezeggenschap werd o.a. cliëntparticipatie een thema dat, zeker na de invoering van de WMO in 2005, steeds nadrukkelijker om aandacht vroeg. Bovendien vormde het gebrek aan ‘nazorg’ een permanent aandachtspunt, hetgeen we sinds 2007 zijn gaan benoemen als ‘het maatschappelijk herstel’.
Dit heeft er uiteindelijk mede toe bijgedragen dat in 2008 Kennisnetwerk ‘het Zwarte Gat’ is opgericht.
Handvest van Maastricht
In 2008 werden tijdens het tienjarig jubileum van de cliëntenraden in de verslavingszorg de bestuursleden van de verslavingszorg, aangesloten bij GGZ Nederland door de cliëntenraden uitgenodigd bij dit feest aanwezig te zijn. Doel van de uitnodiging van de bestuursleden was, om de bestuurders te laten zien, dat de cliëntenraden waren uitgegroeid tot een volwaardige gesprekspartner en dat het tijd werd om dit te bekrachtigen met een handvest/convenant (een raamovereenkomst). In de sector beter bekend als het ‘Handvest van Maastricht’. De cliëntenraden hadden zich in hetzelfde weekend verenigd in Stichting het Zwarte Gat. ShZG vertegenwoordigd de gezamenlijke cliëntenraden in de sector verslavingszorg.
Buiten het feit dat het voor de bestuurders erg bijzonder was ‘hun’ cliëntenraden in het weekend zo aan het werk te zien, voelden zij zich overrompeld door het gepresenteerde handvest met o.a. de onderdelen:
Herstel wordt het leidend principe.
Van begin tot eind de wordt herstelaanpak, gericht op Maatschappelijk herstel en Kwaliteit van leven, als uitgangspunt gehanteerd.
Ervaringsdeskundigheid wordt erkend als derde kennisbron naast wetenschappelijke kennis en professionele kennis.
Het handvest werd weer belangrijk gemaakt toen de zorgverzekeraars er een punt van begonnen te maken. Ook de zorgverzekeraars hadden de klok horen luiden, maar begrepen niet hoe de klepel van ‘ervaringsdeskundigheid’ en ‘herstel ondersteunend werken’ eruit moet komen te zien. Dat is voor de zorgverzekeraars en gemeenten tot op de dag van vandaag nog niet duidelijk. Het is nog steeds een gehannes. Vanuit de professionals en de zorgverzekeraars is er geen duidelijke visie. De gemeenten en de zorgverzekeraars kunnen het moeilijk vertalen naar het sociale domein. Want is het antwoord, als het niet evidence based is kunnen de professionals er geen soep van maken. Het is steeds de cliëntenbeweging die het voortouw moeten nemen, maar als puntje bij paaltje komt blijft het een gehannes om het goed uitvoerbaar te maken.